Op naar Corona

Toen gister de zon weg was, koelde het snel af. Dat was te merken vannacht: Erik en ik hebben het allebei best koud gehad. We ontbijten heerlijk buiten in het zonnetje met bagels uit de toaster en verse koffie. Daarna begint het opruimen weer, want vandaag rijden we naar Corona zoals Floris zegt (Kelowna dus).

Eerst nog even langs Lightning Lake. Wat is het daar mooi! Een kraakhelder meer, en ontzettend veel grondeekhoorns. Eerst dacht ik dat er stammetjes van ongehakte denneboompjes stonden, maar dat bleken allemaal ‘stokstaartende’ grondeekhoorns te zijn. Ze zijn totaal niet bang voor mensen, en al snel proberen David en Danaë een paar jonkies te temmen. Ze komen zelfs op Davids voet zitten! We wandelen nog een klein eindje langs het meer. Het ruikt er heerlijk naar dennenbomen en je hoort er… Niks. Behalve dan wat vogels en het geritsel van een eekhoorn.

We hebben vandaag ruim 250 km voor de boeg, en gaan op pad. Lunchen doen we halverwege, bij Hedley. Een klein plaatsje uit de goudzoekerstijd. We kunnen op de berg nog zien waar de mijn was. Zo’n 60.000 kilo hebben ze uit de berg tevoorschijn getoverd. Nu is het een piepklein plaatsje waar niet zoveel meer te beleven is, behalve dus een fijne picknickbank in de schaduw (want: warm en de zon brandt fel) aan een riviertje.

Daarna gaan we verder. Het landschap is intussen veranderd van bergachtig met naaldbomen naar een bergachtige vallei met fruitbomen en wijngaarden. In Keremeos staan talloze fruitmarkten naast de weg. Bergen verse pruimen, kersen, perziken en nectarines. Joekels van courgettes en tomaten. Dat vraagt natuurlijk om een stop.

Met wat vertraging door file en nog even een rondje boodschappen (de bagels gaan harder dan ingeschat) komen we rond 18 uur aan op de camping. Die valt behoorlijk tegen (al zal David dat tegenspreken omdat er wifi is 😎). We wisten dat we op een veldje zouden staan omdat de camping al vol geboekt was, maar het is zo super ongezellig dat we het eigenlijk zonde vinden om hier 2 nachten te staan. Beetje ‘net niks’. 10 plekken bezet door touringcar-campers, een rek met (huur?)fietsen die hun beste tijd wel hebben gehad gezien de hoeveelheid lucht in de banden.

We hebben geen wateraansluiting, maar wel stroom, maar dan weer net niet genoeg om de airco te laten draaien. Het is namelijk zo’n 35 graden en behoorlijk klam. De wind die er vanmiddag nog was, is compleet weggevallen. Misschien dat we morgen na het fietsen gaan kijken of er nog plek is op een camping bij het meer. Dan kunnen we in ieder geval nog zwemmen. En is dat er niet, dan staan we gewoon weer hier.