zondag 24 juli 2022

Terug naar de bergen

Het is opvallend hoe aardig en laidback de Canadezen zijn. Op de camping die op het eerste oog wat ‘volks’ lijkt, was het best een drukke bedoening gisteravond. De camping stond blauw van de kampvuurtjes-rook en veel families die s avonds nog lekker buiten zaten te kletsen of een soort bijl-werp-spel deden. Maar om klokslag 23 uur was het stil. We vermoeden dat dat in NL niet zo snel het geval zou zijn geweest.



Vandaag rijden we weer terug naar de bergen. Doel is uiteindelijk de Kicking Horse campground, maar eerst maken we nog wat stops in Kootenay National park. Omdat de elektrische waterverwarmer het niet doet, maken we een pitstop bij Canadream in Calgary. We rijden er toch langs. De technician kan nu niks doen, en vult onze gastank extra bij. Want het water met gas verwarmen kan prima, we hoeven dus niet per se koud te douchen. Vrijdag reden we er ook al langs omdat het zonnepaneel niet oplaadt. Toch jammer van een gloednieuwe camper…

We lunchen bij Marble canyon en wandelen daarna omhoog om de canyon zelf te bekijken. Het water perst zich met donderend geraas door een ontzettend smalle kloof. Indrukwekkend om te zien.

Daarna rijden we iets verder naar om naar de Paint pots te wandelen. Best bizar, deze 2 plekken liggen nauwelijks 3 km van elkaar maar verschillen enorm: om bij de Paint pots te komen wandel je door een laag moerassig grasland waar de grond oker is. We lopen door knaloranje stof en blubber, over grote plassen en modder gedeelten hebben ze planken en losse palen gelegd. Als je die gepasseerd bent, kom je bij de pots. Als een soort gekke vijvers liggen ze op een helling. Ik vind nog verse sporen in de modder van een zwarte beer. Je kunt z’n tenen en klauwen goed zien.


Daarna rijden we via de continental divide richting camping; Danaë heeft de mazzel nog een zwarte beer langs de snelweg te spotten, we kunnen 'm allemaal nog net even zien. Beer 3 dus. David vindt dat we 3,5 beren hebben gezien, want de sporen tellen ook. #ikrekenhetgoed

We stoppen nog even in Field bij het visitor center om een parkmap en een explorer boekje voor Floris op te halen zodat hij weer een tag kan scoren. In Field blijkt onverwacht een zeer goed restaurantje te zitten: de Trotter-reisgids heeft gelijk, het is heerlijk eten bij de Truffle Pigs. Dat compenseert het gemis van een goed restaurant in Drumheller gisteren 😉

Rond half 8 installeren we ons op de campground. Nog net op tijd om de ‘Parkshow’ mee te maken. Een ranger houdt met behulp van vrijwilligers uit het publiek een super geanimeerd verhaal over de white bark pine: een bedreigde boomsoort in de parken. Als een leraar dat op school zo vertelt, vergeet je het nooit meer.

We hebben vanavond helaas geen toffe plek onder de bomen en geen firepit. Deze plekken waren in no-time weg toen we konden reserveren in januari. En er zijn maar weinig plekken op deze camping waar we met deze vrachtwagen op kunnen. We worden flink gewaarschuwd voor de zwarte beren die met regelmaat over de campground lopen. We zijn benieuwd of we er eentje tegenkomen. Als dat gebeurt als ik morgenochtend ga douchen ben ik vast klaarwakker 😀

* edit 31 juli: een paar dagen geleden lazen we een bericht van Yoho National Park op Facebook: ze waarschuwden voor veel bear-activity in de Yoho-vallei. Wij hebben er dus niet heel veel van gemerkt, maar er zitten kennelijk wel degelijk beren.

Geen opmerkingen: