dinsdag 2 augustus 2022

Van openlucht naar natte lucht

Historic Hat Creek is voor ons een hele prettige camping. Niet zo groot (7 plekkies voor campers slechts), maar wel elektriciteit en water. Én het ligt bij Historic Hat Creek: het openluchtmusuem met allerlei gebouwen uit de goudzoekerstijd. Floris vindt dat we hier niet weg kunnen zonder het museum te hebben gezien. En gelijk heeft-ie. We zijn de eerste bezoekers van de dag met helaas minder tijd dan dat ik zou willen. Er is een leuke Indianen interpretive-plek, waar iemand met Deense roots het meeste weet te vertellen over de groep mensen die oorspronkelijk op deze plek woonden. 

Vooral het roadhouse (een soort herberg voor mensen die langs de Gold rush trail reisden) is erg tof om te zien. Compleet ingerichte kamers waarin je je zo'n 100 jaar terug in de tijd waant. Mooie authentieke behangetjes, met printjes die nu weer helemaal hip zijn. Danaë en David maken vooral selfies met de paarden. Die zijn heel bijzonder, want sommige - and I quote de pubers - 'ademen via hun kont' 🤔. Als we eigenlijk alweer in de camper moeten zitten om te vertrekken, ontdek ik nog een goud-zoek-zeef-plek. In 5 minuten zeven vinden we ieniemini goudflintertjes en hele mooie steentjes. Die gaan bij de verzameling van Danaë.



Rond 11 uur beginnen we aan de route touristique richting Whistler (niet via Kamploops dus). Het is fris. Of misschien wel gewoon koud na zoveel dagen warmte. We stoppen even bij Duffey Lake. Daarin zorgen drijvende boomstammen voor een soort opstopping. Ik denk dat je vast via de boomstammen naar de andere oever kunt lopen, maar dat hebben we maar niet geprobeerd (dat lag meer aan mij dan aan David 😉). 



We zitten waarschijnlijk nu ook weer echt in de bergen, maar helemaal zeker weten doen we het niet: door de dikke bewolking kunnen we de toppen niet zien. Af en toe zien we wat flarden van bergen met hier en daar nog sneeuw.

Bij Joffre Lakes lunchen we en beginnen daarna aan de wandeling. Het weer is niet echt heel ideaal: behalve lekker fris lange broeken weer (helemaal prima, dat wandelt fijner dan puffend in de warmte) is het ook gaan regenen. Niet heel hard, maar wel zo dat je er toch goed nat van wordt. Maar ja, we zijn er nu, en we hebben permits. Dus dan zullen we die meren ook maar eens bekijken. Eerste meer is zo gepiept, dat ligt vlak aan de weg. 


De animo om te wandelen is vooral bij de pubers op z'n zachtst gezegd niet groot. Morrend en zeurend lopen ze naar boven. Het is behoorlijk steil, en ja... dat kost moeite, daar word je moe van en daarvan moet je soms ff hijgen. Maar hé, als je dan eenmaal boven bent... Dan is het een prachtig mooi knalblauw bergmeer, zelfs in de dikke bewolking en in de regen is het prachtig. Het bos waar we stukken doorheen lopen is trouwens ook prachtig door de regen. Lekker fris!


Het liefst zou ik tot het 3e meer willen lopen. Maar de pubers hebben echt geen zin meer en blijven mokkend in de regen en uit de wind ergens zitten (of we gek geworden waren, om met dit weer te gaan wandelen... Euh, ja dus.). Ik loop met Floris langs het 2e meer. Er ligt een boomstam in, en daarop loopt iemand met blote voeten een eind het water in. Dat moet natuurlijk een keer fout gaan, en even later: plons, daar ligt ze in het ijskoude gletsjerwater. Zij liever dan wij. 

Er lopen trouwens behoorlijk wat toeristen op bijzonder schoeisel naar boven: platte witte gympjes, All Stars en zelfs Croqs hebben we naar boven zien lopen. Of heel aarzelend en langzaam naar beneden. Want het pad is nat, modderig en hier een daar behoorlijk glad geworden door de regen. Dan toch maar liever op stevige bergschoenen...

Het is ondertussen al over half 4, en we moeten nog naar beneden lopen en nog een uurtje naar Whistler rijden. Daarom tikken we het 3e meer niet meer aan (aaaargh... dat vind ik echt heel jammer), maar gaan Erik en ik nog wel even met Floris omhoog om de waterval te bekijken. Die is ook mooi. En daarna weer rap naar beneden. Het regent nu ook gestaag door, hoe lager we komen, hoe dikker de druppels. Nat tot op onze bilnaad komen we aan bij de camper.

'Plankgas' gaan we richting Pemberton: daar zit de One Mile Eating house, een tent met zeer goede recensies. En aangezien Erik al een dikke prestatie heeft geleverd vandaag (flink eind rijden, wandelen) gaan we lekker uiteten en rijden daarna door naar Whistler. De burgers zijn delicious; helaas is de tent zelf best koud, zeker als je natgeregend en uitdampend hoopt op een warme plek waarin jassen en truien even kunnen drogen. Hopelijk lukt het om de spullen in de camper te drogen vannacht...

Bij het binnenrijden van Whistler spotten we nog een beer (nummer 6) langs de weg. Doodgemoedereerd scharrelt hij wat in de berm om daarna weer het bos in te verdwijnen. Als we om half 8 aankomen bij Riverside RV Resort, dachten we even gauw de camper te parkeren op het plekje dat ons is toegewezen (J19) en daarna fijn de kachel aan te doen. Maar al bij de eerste bocht omhoog richting camperplek vinden we het allemaal een beetje krapjes ogen. We halen de bocht met onze vrachtwagen maar net... Is dat werkelijk de bedoeling?

Bij de plek zelf blijkt 'even achteruit' inparkeren zo makkelijk nog niet (inmiddels hebben we 3 weken ervaring, dus dat durf ik zo wel te zeggen...). In de stromende regen probeer ik Erik schadevrij te laten inparkeren met super weinig manoeuvreerruimte. En als we eenmaal staan, realiseren we ons dat we 'm er nooit meer uitkrijgen als de plek tegenover ons bezet raakt. Behoedzaam parkeren we de boel weer uit, ondertussen gadegeslagen door de schuin-tegenover-buren die al wat meewarig keken naar onze 'enorme' unit: wat moest deze 32-ft-er in een straatje met allemaal max 25-ft-ers?

Bij de receptie hoeven we niet eens te discussiëren over een nieuwe plek: we krijgen excuses en een gratis upgrade naar een RV-plek met full hookup (wel fijn als je bedenkt dat een nachtje full hookup hier 100 dollar kost 🤑). De plek zelf is namelijk wel lang genoeg, en daarom wijst de computer deze plek automatisch toe aan grotere campers, ondanks dat er geen ruimte is om te manoeuvreren... Kortom: foutje, sorry... We waren dus echt niet de eerste...

Geen opmerkingen: