dinsdag 2 augustus 2022

Goldrush trail

We volgen een stukje van de Goldrush vandaag (weliswaar van Noord naar Zuid in plaats van  historisch gezien logischer andersom, maar dat mag de pret niet drukken). Maar eerst nog wat watervallen bekijken in het park. Op weg naar de Helmcken falls ligt de Dawson fall. Dus deze bekijken we eerst - samen met een boel hardnekkige muggen, ook hier steken ze dwars door je kleding heen -. Het is een onverwacht mooie brede waterval, en op het moment dat wij langskomen zorgt de zon voor een prachtige regenboog. David schiet weer mooie achtergrond-foto's voor z'n telefoon.



Daarna voeren we een hit 'n run-actie uit bij de Helmcken falls: ff kijken, niet te lang blijven hangen (daar zorgen de muggen ook wel voor 🙄) en meteen weer door. Het een mooie behoorlijke hoge waterval, 141 meter. Dat is dus hoger dan de Dom-toren, maar om de een of andere reden is het toch lastig om zo'n grootte van een afstand goed in te schatten.

Actie van de dag is de wandeling bij de Moul Fall. Om deze te kunnen zien moeten we toch echt even bijna 3 km lopen. Dat is nog net te doen, want het is nog steeds - u raadt al - behoorlijk warm. Eenmaal bij de waterval aangekomen blijkt dat je ook nog 40 meter naar beneden kunt om de waterval van onderaf te bekijken. Naast steil is het paadje naar beneden ook nog eens behoorlijk glad door door de permanente spray van de waterval. Maar: het uitzicht van onderaf is het echt heel tof. Je kunt ook achter de waterval langs lopen via een zeer smal paadje dat uiteraard ook weer nat is. 

Fris gedoucht komen David en ik weer boven. Erik en Floris kwamen ook even beneden een kijkje nemen. In 'mars-tempo' lopen we weer terug naar de auto om aan de rit naar Hat Creek te beginnen. In Clearwater gooien we de tank weer eens vol, en ren ik nog even gauw de Wild Flower bakkerij binnen om wat lekkers voor de lunch te scoren. En dan, gas op die lollie!

We rijden niet via Kamloops, maar slaan bij Little Fort (inderdaad, erg 'little') de 24-weg naar Lone Butte in. Langzaam verandert het landschap weer. Eerst veel meren waar je vast lekker in kunt vissen, want het wordt aangeprezen als de fishing-route. En dan verdwijnen de 'bergen' en wordt het landschap wijdser en droger. 


Als we bij 100 Mile House de Cariboo Highway op rijden, is het landschap droog en prairie-achtig. We kunnen ons zo voorstellen dat hier de goudzoekers met hun huifkarren langs trokken. We rijden nog even naar 108 Mile House, waar je een aantal gebouwen uit de goudzoekerstijd kunt bekijken. En daarna keren we om, en rijden we zuidwaarts richting (Historical) Hat Creek. We slapen namelijk op een 'bijzondere' plek: een openluchtmuseum. 



Als we in de buurt Hat Creek komen, zien we rookwolken boven een heuvel-berg opstijgen. Hmm... bosbrand? Zoveel te branden valt er in deze omgeving niet meer: aan de zwarte staak-stammen te zien is er nog niet zo lang geleden ook al brand geweest. Maar het gras is geel en droog, en de grond is echt heel droog. Alles wat iemand geen water geeft, is dor. Lytton, het dorp dat vorig jaar in een mum van tijd afbrandde door een bosbrand, ligt redelijk in de buurt, en we weten dat er daar in de buurt helaas opnieuw een brand woedt. Het zicht in de vallei is door de rook wat 'mistig en vaag'. En het ruikt ook duidelijk naar brand en rook. Zouden we dat dan nu al zien?

Maar nee. Aangekomen bij de camping googlen we snel even op de wildfire-site van BC. Het blijkt dat er brand is in de heuvels achter ons, maar dat deze 'onder controle' is. Prima. Laten we hopen dat dat zo blijft.

Geen opmerkingen: