Na 26 uur een beetje (ik), nauwelijks (Floris) tot geen (de rest) slaap, ben je wel gaar. Een gekke gewaarwording om over Nederland heen te vliegen, op weg naar München. Al helemaal als op dat moment een kind naast je zit dat van vermoeidheid net de heleboel heeft ondergekotst en helemaal niet lekker is. (Dan zijn die mondkapjes toch nog handig, zo ruik je de zure lucht niet 😜). Enniewee. Eerst naar München dus. En toen van München weer terug naar Amsterdam.
Van alle vliegvelden die we deze reis hebben gezien, heeft Schiphol z'n beste tijd wel gehad. Waar op andere luchthavens aankomende en vertrekkende passagiers achter de douane al uit elkaar werden gehouden, stroomt dat op Schiphol dwars door elkaar. Kortom: druk en chaos. En bagage... In Vancouver liepen we binnen een kwartier met de koffers naar buiten, maar hier staan nog stapels koffers van vorige vluchten bij de bagagebanden (nog afgezien van de stapels koffers die gewoon ergens in de buitenlucht staan). Het stikt er van de mensen die staan te wachten, en de info over op welke band de koffers van welke vlucht worden afgeleverd klopt niet. Of althans, verandert niet mee op het bord als wordt omgeroepen dat je op band 6 in plaats van band 5 moet kijken voor je koffers.
Zo duurde het dus wel een tijdje voordat we met alle koffers weer richting valet parking liepen. Dat laatste is trouwens een prachtige uitvinding. Niet veel duurder dan zelf je auto op lang parkeren zetten, en het scheelt bakken met tijd.
Maar goed, we zijn weer thuis. Om 9 uur s avonds vielen we om van de slaap en knalden we heerlijk in ons eigen bedje. Het ontpakken van alle koffers, en het wegwerken van de Rocky Mountains aan was… dat komt morgen wel.
maandag 8 augustus 2022
zondag 7 augustus 2022
Genieten tot de allerlaatste 'snik'
We ontbijten voor het allerlaatst bij de Tim Hortons om de hoek bij het hotel, niet per sé het favoriete tentje van Erik, maar wat mij betreft hebben ze er heerlijke bananabread-muffins.
Eerst wat gehannes met en besluiteloosheid over de koffers. Want, waar laat je die? Hotel? Dan moeten we eerst weer langs het hotel… kost weer extra tijd… Of toch maar in een bagage-stalling op het vliegveld? Uiteindelijk gaan we niet per taxi naar het vliegveld (want de hotelreceptie-man had een te kleine taxi besteld 🙄), maar per (gratis!!!) hotel-shuttle. Waarom de receptie-man dat niet als eerste suggestie deed, is ons een raadsel.
Terwijl wij met alle koffers buiten een beetje stonden te balen en de te-kleine-taxi-chauffeur uitzwaaiden, probeerde Erik een grotere taxi te organiseren. Toen reed plotseling* de hotel-shuttle voor om mensen af te leveren. Omdat-ie bijna leeg was, vroeg ik aan de chauffeur of we zonder reservering mee mochten naar het vliegveld. En dat mocht. #heledikkeprima.
20 minuutjes later stonden we bij de incheckbalie van Lufthansa. Die was helaas nog niet open, ook niet voor een eerdere vlucht naar Frankfurt, dus dan maar de koffers achterlaten bij de bagage-stalling. Helaas had de internationale stalling geen ruimte meer, maar de binnenlandse vluchten misschien nog wel, vertelde de baliejongen. Vancouver AirPort is niet een heel groot vliegveld, maar heen en weer lopen met allerlei koffers kost best veel tijd. En het stallen kost ook behoorlijk wat dollars… Beetje weemoedig besloten we de resterende tijd dan maar op het vliegveld rond te hangen. En er is ook best wat te beleven, te horen aan een kudde joelende Aziatische meisjes die met veel gegil een K-pop-band onthaalde die over een paar dagen in Vancouver zou optreden. (Onze pubers kunnen wel door de grond zakken als Erik aan één van de meiden vraagt wie we gemist hebben. Een hele grote ster, volgens de dames).
Als we na een half uurtje weer langs de incheckbalie lopen, ziet Erik plotseling een snelle bagage-dropoff voor mensen die al zijn ingecheckt. En hoera, dat zijn wij. Het maakt niet uit dat wij naar München vliegen, en dus zijn we een kwartiertje later verlost van de grote koffers en hoeven we alleen nog 2 trolleys onder te brengen. En daar heeft de stalling dichtbij nog wel ruimte voor.
Zo kunnen we toch nog een uurtje in het park bij Waterfront liggen. Floris rent zichzelf nog even kletsnat door onder de fonteinen rond te rennen (handig… als je straks in een vliegtuig zit), en wij knagen de laatste zoutjes en muffins op in de schaduw. En dan… dan is het echt tijd om afscheid te nemen van Vancouver, de bergen en de vakantie.
Vier weken zijn omgevlogen, we hebben fantastische natuur gezien. Watervallen, gletsjers, bergen, bossen, beren, beesten, en badlands. Wat een geluk om met mijn 4 liefste lievelingsmensen zoveel tijd in dit fijne land door te brengen!
* zo plotseling is dat natuurlijk niet. Het ding bleek ongeveer ieder half uur een rondje te doen tussen hotel en vliegveld...
Ons vliegtuig vertrekt pas om 18.30 vanavond, dus we hebben nog behoorlijk wat tijd. Wat te doen? We willen nog een keer naar downtown Vancouver, niet per sé om iets te zien maar om nog even lekker in een park te chillen.
Eerst wat gehannes met en besluiteloosheid over de koffers. Want, waar laat je die? Hotel? Dan moeten we eerst weer langs het hotel… kost weer extra tijd… Of toch maar in een bagage-stalling op het vliegveld? Uiteindelijk gaan we niet per taxi naar het vliegveld (want de hotelreceptie-man had een te kleine taxi besteld 🙄), maar per (gratis!!!) hotel-shuttle. Waarom de receptie-man dat niet als eerste suggestie deed, is ons een raadsel.
Terwijl wij met alle koffers buiten een beetje stonden te balen en de te-kleine-taxi-chauffeur uitzwaaiden, probeerde Erik een grotere taxi te organiseren. Toen reed plotseling* de hotel-shuttle voor om mensen af te leveren. Omdat-ie bijna leeg was, vroeg ik aan de chauffeur of we zonder reservering mee mochten naar het vliegveld. En dat mocht. #heledikkeprima.
20 minuutjes later stonden we bij de incheckbalie van Lufthansa. Die was helaas nog niet open, ook niet voor een eerdere vlucht naar Frankfurt, dus dan maar de koffers achterlaten bij de bagage-stalling. Helaas had de internationale stalling geen ruimte meer, maar de binnenlandse vluchten misschien nog wel, vertelde de baliejongen. Vancouver AirPort is niet een heel groot vliegveld, maar heen en weer lopen met allerlei koffers kost best veel tijd. En het stallen kost ook behoorlijk wat dollars… Beetje weemoedig besloten we de resterende tijd dan maar op het vliegveld rond te hangen. En er is ook best wat te beleven, te horen aan een kudde joelende Aziatische meisjes die met veel gegil een K-pop-band onthaalde die over een paar dagen in Vancouver zou optreden. (Onze pubers kunnen wel door de grond zakken als Erik aan één van de meiden vraagt wie we gemist hebben. Een hele grote ster, volgens de dames).
Als we na een half uurtje weer langs de incheckbalie lopen, ziet Erik plotseling een snelle bagage-dropoff voor mensen die al zijn ingecheckt. En hoera, dat zijn wij. Het maakt niet uit dat wij naar München vliegen, en dus zijn we een kwartiertje later verlost van de grote koffers en hoeven we alleen nog 2 trolleys onder te brengen. En daar heeft de stalling dichtbij nog wel ruimte voor.
Zo kunnen we toch nog een uurtje in het park bij Waterfront liggen. Floris rent zichzelf nog even kletsnat door onder de fonteinen rond te rennen (handig… als je straks in een vliegtuig zit), en wij knagen de laatste zoutjes en muffins op in de schaduw. En dan… dan is het echt tijd om afscheid te nemen van Vancouver, de bergen en de vakantie.
Vier weken zijn omgevlogen, we hebben fantastische natuur gezien. Watervallen, gletsjers, bergen, bossen, beren, beesten, en badlands. Wat een geluk om met mijn 4 liefste lievelingsmensen zoveel tijd in dit fijne land door te brengen!
* zo plotseling is dat natuurlijk niet. Het ding bleek ongeveer ieder half uur een rondje te doen tussen hotel en vliegveld...
Labels:
Belevenissen,
Wilde plannen
zaterdag 6 augustus 2022
Met zwetende enkels door de straat van Georgia
Als u ooit eens wilt ervaren hoe het is om behalve zweet in je bilnaad ook zwetende knieën en enkels te hebben, dan kunt u 2 dingen doen. Bij 30 graden om ieder been een vuilniszak binden en dichttapen. Of een whale watch tour doen.
Dat laatste is vast leuker, denk ik. Mits je dan ook echt whales ziet. Of een orca voor mijn part. (Oeps, spoiler alert). Enniewee. Voor we aan het zweterige deel van deze dag begonnen, moest eerst de camper nog ingeleverd, wij naar het hotel en vervolgens nog op Granville Island te zien geraken. Dat verliep zo:
Dat laatste is vast leuker, denk ik. Mits je dan ook echt whales ziet. Of een orca voor mijn part. (Oeps, spoiler alert). Enniewee. Voor we aan het zweterige deel van deze dag begonnen, moest eerst de camper nog ingeleverd, wij naar het hotel en vervolgens nog op Granville Island te zien geraken. Dat verliep zo:
Bám! Om 8.45 parkeerden we de camper weer bij Canadream, maar liefst een kwartier eerder dan noodzakelijk. Meestal zijn we te laat, dus dit beschouwden we als persoonlijke gezinsoverwinning dat we ook eens een keer met z'n allen ergens te vroeg kunnen zijn 😉.
Er stond meteen een mannetje klaar voor inspectie. Met een ipad deed hij z'n rondje, terwijl wij de tassen uit de camper haalden. Nog even de borg aan de balie terug-regelen (nèt binnen de 3700 km gebleven en schade vrij gereden, hoera!!) en een kwartiertje wachten op de taxi-van. En hossa, om 10 uur stonden we al in te checken bij het Sandman Hotel bij Vancouver AirPort. Ruim op tijd dus om nog voor 14 uur op Granville Island te komen. We doen vandaag dus een 2e poging om walvissen te zien. Nog geen mailtje gehad dat het niet doorgaat, dus so far so good!
Danaë wil graag een keer met de SkyTrain naar downtown Vancouver, daarom wandelen we in een kwartiertje naar het station. 3 stations lang is de Canadaline inderdaad een sky-train. Maar daarna verdwijnt-ie toch echt onder de grond…
Als lunch vallen we weer voor de overheerlijke lobster-rolls bij de Lobsterman. Die kun je echt moeilijk laten liggen als de whale-watch-toko er tegenover ligt. We wandelen nog even over de overdekte public market, maar we vinden het er zo druk en benauwd dat we gauw weer naar buiten gaan om van de skyline te genieten.
En dan is het 'show-time': laat de walvissen en orca's maar los, mensen! Wij zijn er klaar voor! Dat wij daarvoor met 27 graden als een soort halve Michelin-mannetjes in zeewaardige drijf-warm-houdpakken over half Granville Island naar de boot moeten
Eenmaal uit de haven vliegen we met 80 km/uur (jaja, snelheid op het water gaat met knopen, maar dat weet ik ff niet meer hoor) tegen de wind in over de golven de straat van Georgia over.
Gezinnen met kinderen mogen/moeten voorin de boot. Daardoor gaat het meeste opspattende zeewater over ons heen en zorgt dat de mensen die achteraan zitten binnen twee golven kleddernat zijn. Dan zijn die pakken wel heel handig. Maar wij smelten nog steeds braaf weg - alles voor de goede zaak hè - op onze stoeltjes.
Gezinnen met kinderen mogen/moeten voorin de boot. Daardoor gaat het meeste opspattende zeewater over ons heen en zorgt dat de mensen die achteraan zitten binnen twee golven kleddernat zijn. Dan zijn die pakken wel heel handig. Maar wij smelten nog steeds braaf weg - alles voor de goede zaak hè - op onze stoeltjes.
We cruisen in totaal zo’n 150 km, op zoek naar orca’s en walvissen. Maar helaas… die vinden we dus niet. Andere whale watch-boten die verspreid over de straat van Georgia ook aan het speuren zijn, vinden ook niets. Da's dan weer een (hele) schrale troost. 's Ochtends zijn alle tochten gecanceld vanwege het weer (te hoge golven), dus niemand schijnt een algemeen beeld te hebben van waar de beesten ongeveer zouden moeten kunnen uithangen. Dan is het wachten op een eigen vondst, of die van een andere boot.
Echt ontzettend balen, we hadden ze - dat had u vast nog niet door - echt heel graag gezien. Nee maar echt. Nu hebben we wat zeeleeuwen zien dutten op een boei, en wat zeehonden gezien op een eilandje.
Floris en ik genieten ontzettend van het gehotsebots van de boot door alle golven, en van de wind en het zeewater door onze haren. Floris heeft z'n stoeltje inmiddels gedag gezegd en staat als een echte zeeman te deinen aan de reling (ik houd 'm goed vast zodat hij niet overboord kan slaan, want het gaat er soms heftig aan toe). 'Echt, dit is pas leven!', zucht hij gelukzalig terwijl opspattend zeewater weer eens met 80 km/uur in z'n gezicht kletst. (Ik heb zo maar het idee dat dit de enigszins slaapverwekkende floattour op de Fraser een klein beetje goed maakt.)
Maar ja, in the end is dat natuurlijk allemaal niet waarvoor we zijn gekomen. Dat weten ze bij de whale watch-toko ook. En daarom krijgen we allemaal persoonlijke waardebonnen met een lifetime garantie op het (gratis) zien van whales. Dus… nu ‘moeten’ we nog een keer terug naar Vancouver. (Dat vinden we echt geen straf! Wat een heerlijke stad is het toch! Danaë zou er best willen wonen 👍)
We besluiten deze ietwat jammere maar toch heerlijke Vancouver-dag bij Tap ‘n Barrel op Granville Island, een restaurant aan het water met een prachtig zicht op de skyline. We hebben een tafeltje buiten en langzaam zien we het donker worden en talloze lichtjes in de torens aan gaan. We smullen van heerlijke pokebowl, lekkere hamburgers, en zalige sticky toffee pudding en caramel-appeltaart.
De leukste über-chauffeur van Vancouver brengt ons terug naar het hotel, hij en Erik zitten zo gezellig te praten dat hij helemaal vergeet de juiste afslag naar het hotel te nemen. Beetje weemoedig omdat er nou echt 'n eind is gekomen aan onze vakantie duiken we in ons bedje: Danaë en ik in onze ‘nette’ vrouwenkamer en de jongens in de mmmmmannenkamerrr (u moet dit vooral even ‘brullend en met veel testosteron’ uitspreken). In die man cave mag je boeren, scheten laten en allerlei andere gore mannendingen doen, maar wij dames zijn gewoon superbeschaafd en zijn gaan slapen zonder de dekens te kreukelen. Echt waar.
Labels:
Belevenissen,
Wilde plannen
vrijdag 5 augustus 2022
Treinwrakken en inpakken
Voordat we écht aan het allerlaatste stukje camperreis beginnen, wandelen we nog even naar de train wrecks ten zuiden van Whistler. En dat is net op tijd: als wij teruglopen stroomt er een colonne mensen het bos in die ook allemaal richting de ontspoorde treinwrakken gaan. De parkeerplaats is helemaal vol, terwijl deze een halfuurtje eerder nog bijna leeg was.
Het is een leuk wandelingetje door het bos. Enorme varens en andere grote planten, mooie met mos begroeide bomen. Beetje regenwoud-achtig. Echt jammer dat je zoiets in de Nederlandse natuur niet kunt vinden. Ook hier wordt weer gewaarschuwd voor beren, maar we zien er geen een.
En dan is het echt tijd voor het laatste stukkie rijden. Beetje weemoedig zijn we ervan. (Ja, ook de pubers. Een beetje. Al zeggen ze dat niet letterlijk hardop.) De lucht is helder dus we zien nu eindelijk de bergen in de omgeving: mooie toppen met sneeuw en soms nog een gletsjer.
Bij Squamish moeten we nog even tanken. Floris heeft nog steeds behoorlijke keelpijn en z’n stem is zelfs bijna weg. Ik ren even een supermarkt in om uit het enorme assortiment zelf-hulp-geneesmiddelen iets anti-keelpijn te zoeken. Dat valt nog niet mee, maar gelukkig helpt een apotheker me om iets passends te vinden. Anti-bacteriële zuigtabletten met aardbeien-smaak. Dikke prima.
Erik heeft nog zin in een bak koffie bij de Starbucks, al is het maar om te zien hoe hij nu weer heet: Ellick en Alex hebben we al gehad). Meestal kunnen we de camper op parkeerterreinen bij winkelcentra prima kwijt, maar niet overal. We nemen namelijk moeiteloos 4 parkeerplaatsen overdwars in beslag, of 2 in de lengte. En dat kan niet overal zonder dat je het risico loopt ingebouwd te worden, of de bocht niet meer te kunnen nemen. Dit is zo'n plek... Uiteindelijk zetten we hem in een zijstraat neer en lopen 5 minuten naar de Starbucks. (Erik blijkt overigens vandaag Eric te heten, #werekenenhetgoed).
Even voorbij Squamish zien we na 4 weken de zee weer. Wat is het toch mooi, met alle eilanden en hoge bergen erom heen. We dubben al een paar dagen of we nog de Sea to sky gondola zullen ‘nemen’ om nog even van het uitzicht te genieten. Maar eigenlijk hebben we daar niet genoeg tijd voor. De camper moet worden uitgemest en de koffers ingepakt en dat gaat helaas niet vanzelf. We maken nog even een tussenstop bij de Shannon Fall. Het water stort zich daar slingerend naar beneden, die variant-waterval hadden we nog niet zoveel gezien deze vakantie. De jongens klimmen allebei lekker over de rotsblokken aan de voet. En dat was het dan. De laatste waterval van deze vakantie. Het laatste bos… dat wordt afkicken.
Het is een leuk wandelingetje door het bos. Enorme varens en andere grote planten, mooie met mos begroeide bomen. Beetje regenwoud-achtig. Echt jammer dat je zoiets in de Nederlandse natuur niet kunt vinden. Ook hier wordt weer gewaarschuwd voor beren, maar we zien er geen een.
Als we met (op de valreep tóch nog een) hangbrug het riviertje zijn overgestoken, liggen daar ineens vanuit het niets een aantal treinwrakken. Nouja, niet helemaal vanuit het 'niets' natuurlijk. Ooit een keer ontspoord omdat de trein te hard reed omdat deze een vertraging wilde goed maken. Zo zie je maar... Haastige spoed... Levert superleuke graffiti op.
Bij Squamish moeten we nog even tanken. Floris heeft nog steeds behoorlijke keelpijn en z’n stem is zelfs bijna weg. Ik ren even een supermarkt in om uit het enorme assortiment zelf-hulp-geneesmiddelen iets anti-keelpijn te zoeken. Dat valt nog niet mee, maar gelukkig helpt een apotheker me om iets passends te vinden. Anti-bacteriële zuigtabletten met aardbeien-smaak. Dikke prima.
Erik heeft nog zin in een bak koffie bij de Starbucks, al is het maar om te zien hoe hij nu weer heet: Ellick en Alex hebben we al gehad). Meestal kunnen we de camper op parkeerterreinen bij winkelcentra prima kwijt, maar niet overal. We nemen namelijk moeiteloos 4 parkeerplaatsen overdwars in beslag, of 2 in de lengte. En dat kan niet overal zonder dat je het risico loopt ingebouwd te worden, of de bocht niet meer te kunnen nemen. Dit is zo'n plek... Uiteindelijk zetten we hem in een zijstraat neer en lopen 5 minuten naar de Starbucks. (Erik blijkt overigens vandaag Eric te heten, #werekenenhetgoed).
Even voorbij Squamish zien we na 4 weken de zee weer. Wat is het toch mooi, met alle eilanden en hoge bergen erom heen. We dubben al een paar dagen of we nog de Sea to sky gondola zullen ‘nemen’ om nog even van het uitzicht te genieten. Maar eigenlijk hebben we daar niet genoeg tijd voor. De camper moet worden uitgemest en de koffers ingepakt en dat gaat helaas niet vanzelf. We maken nog even een tussenstop bij de Shannon Fall. Het water stort zich daar slingerend naar beneden, die variant-waterval hadden we nog niet zoveel gezien deze vakantie. De jongens klimmen allebei lekker over de rotsblokken aan de voet. En dat was het dan. De laatste waterval van deze vakantie. Het laatste bos… dat wordt afkicken.
De sea to sky highway (al rijden wij m andersom) is trouwens echt geen straf om te rijden. Bij iedere bocht nieuwe mooie uitzichten. En zo komt Vancouver in zicht. Wat een fijne stad blijft dat toch. Zoveel bos en bomen… dat zou in Nederland al lang weggekapt zijn. (En ja, we beleven hier zelfs een klein stukje file. Voor het eerst deze reis)
We scoren nog een grote trolley bij de Walmart vlakbij de camping. Het was zo’n gepuzzel bij het inpakken en het is fijn als we de bergschoenen niet aan hoeven in het vliegtuig. Eenmaal op de camping duikt Floris snel het zwembad in en start voor mij het grote inpak-spel. Gelukkig is het mooi weer en kan ik de koffers fijn buiten inpakken. Zo raken alle kastjes een voor een leeg. Klaar om morgenochtend om 9 uur de camper weer in te leveren.
We dachten trouwens uit bear-country te zijn, want we zitten best wel midden in bebouwd gebied: de camping ligt ingeklemd tussen een spoor en een highway (allebei goed te horen...), en een klein parkachtig natuurgebiedje. Terwijl we de kinderen laten afwassen en afdrogen, wandelen Erik en ik nog een eindje langs het riviertje. Tot onze verbazing blijkt er een beren-waarschuwingsbordje te hangen. Aan mensen die net het parkje uitkomen vragen we of dit bordje serieus is. 'Jazeker', antwoordt een man, en wijst op z'n berenspray in z'n broekzak. 'If you don't carry bearspray you're probably good 'till the highway, maar daarna...'. Gewaarschuwd lopen we door (zonder bearspray... die ligt nog in de camper). En u raadt vast al... die beren, die hebben we niet gezien*...
We dachten trouwens uit bear-country te zijn, want we zitten best wel midden in bebouwd gebied: de camping ligt ingeklemd tussen een spoor en een highway (allebei goed te horen...), en een klein parkachtig natuurgebiedje. Terwijl we de kinderen laten afwassen en afdrogen, wandelen Erik en ik nog een eindje langs het riviertje. Tot onze verbazing blijkt er een beren-waarschuwingsbordje te hangen. Aan mensen die net het parkje uitkomen vragen we of dit bordje serieus is. 'Jazeker', antwoordt een man, en wijst op z'n berenspray in z'n broekzak. 'If you don't carry bearspray you're probably good 'till the highway, maar daarna...'. Gewaarschuwd lopen we door (zonder bearspray... die ligt nog in de camper). En u raadt vast al... die beren, die hebben we niet gezien*...
* thuisgekomen nog even gegoogled, en inderdaad: ze zitten er echt, en helaas sinds half juli een paar beren minder: die kwamen te vrijpostig dicht in de buurt van mensen dat ze moesten worden afgemaakt 😕
Labels:
Belevenissen,
Wilde plannen
donderdag 4 augustus 2022
Van de ene piek naar de andere
Omdat er nogal veel regen voorspeld was voor vandaag sliepen we voor de verandering eens uit. Als in: geen wekker zetten. Om 10 uur zaten we pas aan het ontbijt. En… het was droog. Weliswaar zwaar bewolkt, dus nog niks te zien van bergen die er zouden zijn.
Voordat we Whistler ingaan checken we eerst nog even of ze al weten op welke plek we vanavond staan. Want de last-minute-plek waarop we nu staan, is vanavond weer bezet door iemand anders. Wisselen van camperplek is makkelijker dan wisselen van hotelkamer: je hebt toch altijd je huis bij je. Dus of dat nu op de ene plek of de andere staat als je toch een dagje 'weg' bent, maakt niet uit.
Daarna rijden we naar het centrum van Whistler. Het ziet er allemaal prachtig uit, brede autoloze straten met winkels en restaurants. En vooral veel bomen. Daar waar een boom kan staan, staat-ie er ook, lijkt het. Ook veel mooie verzorgde bloemperken, en veel 'native kunst'. Prachtig!
Een info-mevrouw checkt voor ons het zicht bovenop de bergen, want de toppen zitten zwaar in de wolken. Maar, het zicht lijkt zo waar redelijk. We wagen het er daarom op, en gaan via de Blackcomb-kant met een eitjeslift naar boven. Voor het eerst deze vakantie hebben we associaties met alle Oostenrijk-vakanties. Zal vast ook komen door de liften, en de vele bike-park fietsers die we zien.
Boven is het fris, maar prima wandelweer. Alleen Floris blijkt niet fit te zijn. Misschien gister toch kou gevat omdat we zo nat zijn geregend. Hij klaagt over keelpijn en heeft ook een behoorlijk schorre stem. Daarom doen we geen lange wandeling, maar een klein rondje om toch even wat alpiene berglucht op te snuiven. Even later maken we de 'oversteek' naar de andere piek (Whistlers Mountain); we wachten daarvoor speciaal op de gondel met de glazen vloer. De lucht betrekt weer een beetje, zouden we überhaupt iets kunnen zien? We gaan even door de wolken en daarna hebben we gelukkig mooi uitzicht over de vallei. We hopen nog een beer te spotten maar helaas... Ze lijken 'op' ofzo... Wel kunnen we het bos mooi van boven bekijken. Daar kan geen cannopy tour tegenop, prachtig!
Whistler’s mountain is een beetje kale berg. Met een stoeltjeslift kun je nog hoger komen om tussen de metershoge sneeuwwallen te lopen. Dat lijkt ons (alhoewel, eerlijk is eerlijk: vooral mij en Erik) hartstikke leuk, maar Floris is echt niet lekker, dus dat wordt 'n beetje te veel gevraagd. Dus helaas... Misschien ooit een andere keer. We maken een foto van ons eigen winnend drietal op het Olympisch medaille-podium. En bij de grote Inukshuk laat Erik nog even horen hoe de Canadezen de apres-ski kunnen aanpakken (daar zijn bewegende beelden van, maar die kunt u fijn op mijn Strava bekijken 😎). Daarna dalen we maar weer af naar het dorp. Beneden is de temperatuur een stuk aangenamer. We bekijken medal plaza met de grote Olympische ringen nog even, en eten dan wat bij de Brewhouse in Whistler.
Voordat we Whistler ingaan checken we eerst nog even of ze al weten op welke plek we vanavond staan. Want de last-minute-plek waarop we nu staan, is vanavond weer bezet door iemand anders. Wisselen van camperplek is makkelijker dan wisselen van hotelkamer: je hebt toch altijd je huis bij je. Dus of dat nu op de ene plek of de andere staat als je toch een dagje 'weg' bent, maakt niet uit.
Daarna rijden we naar het centrum van Whistler. Het ziet er allemaal prachtig uit, brede autoloze straten met winkels en restaurants. En vooral veel bomen. Daar waar een boom kan staan, staat-ie er ook, lijkt het. Ook veel mooie verzorgde bloemperken, en veel 'native kunst'. Prachtig!
Een info-mevrouw checkt voor ons het zicht bovenop de bergen, want de toppen zitten zwaar in de wolken. Maar, het zicht lijkt zo waar redelijk. We wagen het er daarom op, en gaan via de Blackcomb-kant met een eitjeslift naar boven. Voor het eerst deze vakantie hebben we associaties met alle Oostenrijk-vakanties. Zal vast ook komen door de liften, en de vele bike-park fietsers die we zien.
Boven is het fris, maar prima wandelweer. Alleen Floris blijkt niet fit te zijn. Misschien gister toch kou gevat omdat we zo nat zijn geregend. Hij klaagt over keelpijn en heeft ook een behoorlijk schorre stem. Daarom doen we geen lange wandeling, maar een klein rondje om toch even wat alpiene berglucht op te snuiven. Even later maken we de 'oversteek' naar de andere piek (Whistlers Mountain); we wachten daarvoor speciaal op de gondel met de glazen vloer. De lucht betrekt weer een beetje, zouden we überhaupt iets kunnen zien? We gaan even door de wolken en daarna hebben we gelukkig mooi uitzicht over de vallei. We hopen nog een beer te spotten maar helaas... Ze lijken 'op' ofzo... Wel kunnen we het bos mooi van boven bekijken. Daar kan geen cannopy tour tegenop, prachtig!
Volgens tips op een reisforum zou je makkelijk beren kunnen spotten langs de weg naar het Olympisch park waar ze de langlaufwedstrijden deden. Misschien zijn ze zelf met vakantie ofzo, want behalve joekels van borden die waarschuwen voor beren, zien we er geen een… of we waren net te vroeg want het begon nog niet echt te schemeren. Enniewee, de berenteller staat nog steeds op 6. Niet verkeerd, maar zou leuk zijn als we er nog eentje mogen bewonderen.
's Avonds ruimen we de camper alvast een beetje op. Hopelijk kost het morgen niet zoveel tijd, en kunnen we eerst nog een laatste wandeling maken. We zetten dus maar weer eens een wekker zodat we zoveel mogelijk aan de dag van morgen hebben 😎.
's Avonds ruimen we de camper alvast een beetje op. Hopelijk kost het morgen niet zoveel tijd, en kunnen we eerst nog een laatste wandeling maken. We zetten dus maar weer eens een wekker zodat we zoveel mogelijk aan de dag van morgen hebben 😎.
Labels:
Belevenissen,
Wilde plannen
Abonneren op:
Posts (Atom)