Om een voorbeeld te geven:
David ligt al in bed. Ik leg onze jongste spruit er in. Beneden buigt huisgenoot E. zich over het halve boodschappenlijstje, en roep-vraagt aan mij of er nog pasta is. Er is nog wel pasta, roep ik terug. In de kast.
Papáaaaa, klinkt het uit de slaapkamer. Páapáaaa. Er is nog pastá hoorrrr. Hoor je mij? Er isss nog pástáaa.
Ander voorbeeldje:
We rijden in de auto naar de dierentuin. Huisgenoot en ik hebben een goed gesprek voor in de auto. Vanaf de achterbank schettert David Mamáaa, wat zeg jij? Wat zeg je nou tegen papa? Mamamamamamáaa, wil jij ook met mij praten?
1 opmerking:
Klinkt als de ideale schoonzoon!
Een reactie posten