zaterdag 12 juni 2010

Op weg naar Zion National Park

En door naar Zion National Park, gaat de reis vandaag.

Vanochtend eerst nog even de Glen Canyon Dam bij Page bezocht.
Een stuwdam á la de Hooverdam die ervoor zorgt dat Lake Powell vol water blijft staan. Alhoewel, vol... In 20 jaar tijd is het waterpeil van het meer flink gedaald, met boot-in-het-water-leg-plaatsen op nu heel onlogische plekken in het landschap.

Bij het Visitor Center van de Glen Canyon Dam bleek David weer een Junior Ranger Badge te kunnen halen. En dus toog hij met zijn papa ijverig aan het werk om wat vragen over het meer en water in het algemeen te beantwoorden. Half uurtje later, hopsa: een nieuwe badge rijker. Hij heeft er nu drie!

Daarna gingen we echt op weg. En algauw passeerden we de stateline met Utah. Na California, Nevada, Arizona is dit staat nummer 4 die we deze reis aan doen.
Oh, en trouwens. Utah doet iets met Mountain Time. En dus is er nu opeens één heel uur afgesnoept van onze vakantie. De basterds.

Tussen milemarker 19 en 20 op de highway 89 maakten we een stop om de Toadstool Hoodoos te bekijken. Ondanks dreigend donkergrijze luchten waagden we toch de wandeling naar dit miljoenen jaar oude fenomeen. Bovenop dunne pilaren van zandsteen-achtigespul liggen grote platte stenen, die uit een recenter tijdperk stammen (even goed heel veel miljoen jaar geleden). Het maakt een wonderlijk landschap, wit kalkachtig zand met daarboven een laag roodachtig zandsteen.

David vond de Toadstool Hoodoo erg lijken op Wall-E. En hij vond het prachtig, wandelen over kleine en grote bergen, klauteren over stenen en springen over kleine beekjes die eigenlijk droog horen te zijn, maar vanwege een grote regenbui nog wat zompig waren.
Ja ehh, foto's.
Nou. Die staat op het interne geheugenkaartje van het fototoestel. Want ik was vergeten het kaartje uit de laptop te halen. En nu blijkt dat we niet het juiste snoertje bij ons hebben om ze over te zetten op de computer.
Maar t was mooi en bijzonder hoor. Echt.

Bij terugkomst in de camper gelunched (echt handig, altijd je huis bij je!), en daarna door naar Zion National Park. We reden over de Scenic Drive het oostingang van het park binnen, en mensen, het is daar zo vreeschlijck mooi dat de tranen mij ervan in de ogen sprongen. Werkelijk, prachtig.

Stel u voor:
Ronde rotsen, in rood, grijs en wit. Dus niet van die scherpe, of hoekige, maar zachte. En als u goed kijkt, zijn de rotsen niet echt rond, maar bestaan ze uit hele dunne lagen pannenkoek, die een soort van glooiend gedrapeerd zijn. En u weet, ik houd ontzettend van pannekoeken.
En dan kijkt u nog eens, en dan ontwaart u her en der, op die rotsen zó, ogenschijnlijk uit het niets, boompjes. Kleine boompjes. Her en der plukjes groen.

Nouja. Zoiets dus. Heel erg mooi.

En nu staan we hier dus - via een afdaling met de camper door een tunnel waarbij speciaal voor campers het verkeer wordt tegen gehouden, anders past het niet, en tig haarspeldbochten - op een camping in de vallei. De glooiende pannenkoek-rotsformaties zijn hier niet, want die bevinden zich bovenop de berg.

En het is hier trouwens behoorlijk ´frisjes´. Dat u het even weet.
Eigenlijk onzin dat ik dit zo opschijf, want u weet op ce moment lá helemaal niets. Nee. Want we hebben geen internet. Nahgoed.
Zo fris, dat we zelfs de pijpen aan onze afritsbroeken hebben geritst. En onze jassen buiten aan hebben. Zo fris dus.
Van dat we niet 's avonds - als de kinderen erin liggen - nog even lekker buiten kunnen zitten. Zo fris dus.
En dat ik nu - hoera - fijn in bed een filmpje op de laptop ga kijken. Zo fris.

Had ik al gezegd dat het hier fris was?
Ah. Juist.
Nou, daag.

Edit maandag 14 juni: de foto's. Niet van de Toadstoal Hoodoos dus, want die staan nog steeds op het interne geheugen...

1 opmerking:

Mrs. T. zei

Wow, wat een prachtige foto's toch steeds!